STEVEN DE BRUYN - THE ETERNAL PERHAPS

Natuurlijk kent elk van U Steven De bruyn als de man achter El Fish en even natuurlijk weet u dat hij met The Rhythm Junks een parcours aflegde, dat tot bijzonder veel appreciatie leidde bij menig muziekminnaar, maar van die appreciatie alleen kun je vanzelfsprekend niet leven en dus zag Steven zich verplicht een paar uurtjes les te gaan geven -kwestie van in orde te zijn met de Sociale Zekerheid- en verder zowat alles aan te nemen, dat zijn pad kruiste. Toeren met Roland, bijvoorbeeld, of met de al even onderschatte PJDS, of, zoals recent het geval is/was: live muziek componeren en spelen op een theaterpodium. De man houdt er een heel aardig arbeidsethos op na en speelt waar en met wie hij maar kan, gewoon omdat spelen het beste is wat hij kan. Het is dan ook een tikkeltje raar, dat we haast een kwarteeuw moeten wachten op een plaat onder eigen naam, maar niet langer getreurd: die is er nu en ze is heel bijzonder en heel mooi.

Om te beginnen is er de titel: bij iemand als Steven, kun je er donder op zeggen dat die niet lukraak gekozen is. “Het eeuwige misschien…” dat wijst erop dat je te maken hebt met een mens die al eens nadenkt over de dingen des levens: hij mag dan in muzikantenmiddens wel wereldwijd geprezen worden om zijn muzikaliteit en inventiviteit, hij mag dan wel een heus creatief beest zijn en dat onnoemelijk vaak bewezen hebben, als hij ’s ochtends in de spiegel kijkt -en dat merk je, zodra ja zelfs maar twee minuten met Steven praat- ziet hij iemand, bij wie twijfel regeert.

Als buitenstaander kun je dan zeggen dat dat toch nergens voor nodig is, maar dat is natuurlijk een iets te gemakkelijke opstelling. Het simpele feit dat die eerste soloplaat er nu pas komt, is het ultieme bewijs van het eeuwige twijfelen waar Steven lijkt aan te lijden. Maar…de schoonheid die die attitude weet voort te brengen, is nauwelijks in woorden te vatten: in een kleine veertig minuten en elf nummers, krijg je als luisteraar een niet-beperkend overzicht van de registers waarin hij met zijn mondmuziekje actief is. Zij het dan wel, dat hij zich allang niet meer tot dat instrument alleen beperkt: we mochten het onlangs zelf nog meemaken, hoe hij in zijn eentje een theatervoorstelling overeind wist te houden en er die dimensie aan wist te geven, die in het acteren zelf wat achterwege bleef.

Steven verzint de loops waar u bijstaat, zijn harmonica’s worden aangevuld en verrijkt met elektronisch gegenereerde kleuren en daar waar nodig, komt oude gabber Jasper Hautekiet - van wie Steven zegt dat hij vooraf al aanvoelt wanneer Steven ergens een fout zal spelen- met zijn bas bijspringen om de jazzy kantjes van de veelal filmische composities in de verf te zetten. Die jazz-toon doet je onwillekeurig denken aan de grote Toots, die Steven zeer wist te appreciëren en die hem een levensles meegaf: “never believe in a standing ovation”. Die les nam Steven altijd zeer ter harte en het resultaat is deze prachtplaat, waarvan ik durf te denken dat er op zijn minst twee nummers opstaan, die zo op de radio kunnen, maar die wellicht niet “hedendaags” genoeg zullen klinken in de oren van diegenen, die het daar tegenwoordig voor het zeggen hebben.

Soit, het is zo en het is niet anders. Bijzonder aan deze plaat is ook dat je Steven vocaal aan het werk kunt horen, al dan niet in combinatie met Annelies Van Dinter van Echo Beatty. Steven en zij speelden ooit een improvisatieset en het feit dat die danig wrong en schuurde, liet Steven besluiten dat zij de zangeres was, waar hij al even naar op zoek was. De film waar ik hogerop naar verwees, zou dan wel een film-noir geworden zijn over het jachtige leven van de pendelaar, over de mogelijke antwoorden op de vraag wat ons bindt en wat ons scheidt en als je als muzikant je plaat opent met een track als “Paradise Blues”, dan ben je wel heel sterk bezig. In die track probeert Steven namelijk te antwoorden op de vraag hoe een hiernamaals eruit zou kunnen zien en hoe dat dan zou kunnen klinken. een vierkwartsmaat leek uitgesloten en dus werd het een hinkelspel in 5/4. Subliem gevonden, net zoals onze lievelingstrack, “Maurice The Boss (cat)”, genaamd naar Steven’s kat, die kennelijk niet van jazz houdt…

Al met al wordt op deze plaat vooral duidelijk waarom Steven de enige echte opvolger van Toots genoemd mag worden: hij beklimt dezelfde berg, zij het langs een ander pad, maar ooit wordt hij even hoog ingeschat, zeker weten. Deze “Eternal Perhaps” is misschien niet de makkelijkste plaat, maar ze is wel van een adembenemende schoonheid, van begin tot einde !

(Dani Heyvaert)

releasedatum: 10.01.20

 

 

 

10 cd's te winnen!

Wil je daar kans op maken, dan mail je ons gewoon even:
je naam, je adres en de vermelding
: STEVEN DE BRUYN
Binnen een aantal weken wordt uit alle inzendingen de gelukkigen getrokken.
Wij hopen dat u massaal Rootstime - hier - zult mailen
De winnaars worden per mail verwittigd.

 

 

 

 

 


Artiest info
Website  
 

label: Dox / MusicMania Records

video

 

foto Charlie De Keersmaecker